Een nieuwe moraal, wat nu?

28-05-2021

In Andersland 3, met als thema Kunst & Maatschappij, zijn artikelen te vinden die misstanden in de kunst- en cultuursector aankaarten en oproepen tot verandering en verbetering. In het verlengde daarvan ontving de Idealenfabriek afgelopen maand onderstaand stuk van Morgane Billuart, student aan de Gerrit Rietveld Academie. We plaatsen haar artikel om aandacht te blijven vragen voor de misstanden die hebben plaatsgevonden, en het gesprek daarover voort te zetten.

 

De originele versie van dit artikel is geschreven in het Engels en is vertaald naar het Nederlands door de redactie. De Engelse versie is te vinden onder de Nederlandse vertaling.

--

 

Aardbevingen zouden ons niet alleen bang moeten maken, ze zouden ook bewustzijn in ons vakgebied moeten creëren om te voorkomen dat zwakke fundamenten opnieuw gaan trillen.

 

Een aantal maanden na de mediastorm over Julian Andeweg en de bijbehorende golf van aanklachten, hing een schijn van inactiviteit, misschien zelfs verlamming, boven de kunstwereld. Deze wervelwind van nieuws en ontdekkingen over seksueel misbruik en machtsmisbruik plaagde de sector. Terwijl het onderzoek naar de kunstenaar, de plekken die hij bezocht en zijn aanhangers net van start was gegaan, ontstond er aan de andere kant van het slagveld een bondgenootschap tussen werknemers, alumni en kunstkenners. Toen de storm eenmaal was gaan liggen, vroegen velen zich af hoe de gebeurtenissen en discussies zich verder zouden ontwikkelen, en of de getuigenissen zouden kunnen leiden tot een mogelijke verandering in de kunstwereld. Terwijl we wachtten tot de instellingen zouden reageren, handelen en veranderen, probeerden tegelijkertijd verschillende verenigingen en platforms het probleem aan te pakken.

 

Door de stroom van gebeurtenissen, discussies en gepubliceerde artikelen, kwamen er veel vragen op: hoe wordt verandering doorgevoerd? Hoe zal erop worden gereageerd? Hoe zorgen we ervoor dat de aanklachten niet alleen de potentiële misbruikers afschrikken, maar ook een groter bewustzijn creëren over een industrie die net zo vervuild is als zoveel andere? Op mijn instelling, de Gerrit Rietveld Academie, zag ik helaas amper discussies ontstaan en werd er geen tastbaar bewijs geleverd van beslissingen die voor veranderingen zouden moeten zorgen. Desalniettemin nam ik een wind van digitaal activisme en online bijeenkomsten waar, en voelden we ondanks de fysieke beperkingen waar we mee te maken hadden een urgentie om radicale veranderingen door te voeren.

 

In de hoop aandacht op deze kwestie te vestigen en inzicht te krijgen in de acties die werden ondernomen, besloot ik te onderzoeken welke platforms en groepen de Nederlandse creatieve industrie wakker willen schudden en veranderen. Door bijvoorbeeld discussies te organiseren of een beleid te maken voor radicale verandering. In dit proces waren zowel Art.Goss, Platform BK, Mores.Online als Engagement Arts NL en Engagement Arts BE zo vriendelijk om de structurele veranderingen en strategieën om deze misstanden te overwinnen te verduidelijken, om te helpen, maar ook om te voorkomen dat ze in de toekomst weer zouden voorkomen. Toen ik aan deze gesprekken begon, had ik één hoofdvraag: wat moet er worden gedaan om dit soort dingen, deze vormen van onderdrukking en misbruik, realistisch te veranderen? Om Silvia Gardini te citeren in haar lezing Despite Allegations [vertaling: ondanks aantijgingen]: wat zijn de structurele ingrediënten, de verplichtingen vanuit de instellingen, die nodig zijn om dit soort misstanden niet meer te laten plaatsvinden?

 

Het tijdperk van sociale media en call-out cultuur bieden ruimte voor anonimiteit en transparantie, en de mogelijkheid om vreselijk gedrag aan de kaak te stellen door de angst voor de gevolgen die de slachtoffers ervaren te beperken. Als deze cultuur tegelijkertijd de vrijheid van meningsuiting en de kwetsbaarheid van de status-quo in twijfel trekt, stelt het ons niettemin in staat om gezamenlijk op te treden tegen individuen of instellingen als het gaat om onderwerpen die op geen enkele andere manier kunnen worden behandeld of gehoord. Voor de onderdrukten en de misbruikten lijkt de call-out cultuur toegang te geven tot een nieuwe vorm van gerechtigheid, een strijd met onzichtbare wapens. Deze strategie stelt ons nu in staat om informatie te verspreiden via openbare vitrines, in de hoop machtsmisbruik te ontmantelen zonder dat er sprake is van schuldgevoel of angst. Want, zoals Alina Lupu schrijft in haar artikel “Archiving Paradigms”: “over bepaalde dingen valt niet te onderhandelen.” Omdat door een collega lastiggevallen worden niet juist is. Het is niet acceptabel om mentaal of fysiek onder druk gezet te worden door een leraar. Ook niet om misbruikt te worden door een andere student. Als we ons niet in staat voelen om te delen en te beschermen, om ons veilig te voelen in onze omgeving, ontnemen we onszelf de meest fundamentele rechten. De kunstwereld is een gevaarlijke en verontrustende plek om je in te bewegen. We moeten radicale maatregelen nemen, zonder daarover te moeten onderhandelen.

 

Maar welke nieuwe pijlers worden nu gebouwd om ons naar een veilige kunstwereld met een stevige basis te leiden?

 

Roddelen en online delen: digitale en publieke strategieën als methoden voor bescherming

 

ArtGoss, een Instagram-account dat wordt beheerd door twee vrouwen, werkt met vergelijkbare principes. Ik kreeg de kans om met een van hen het gesprek aan te gaan. “Roddelen als een manier om terug te vechten. Roddelen als een manier om te beschermen.” Voor de beheerder van de account is deze strategie een manier om elkaar veilig te houden: “Het is een nieuwe vorm van sociaal praktijk.” Terwijl we elkaar spreken via Zoom, legt ze me uit hoe het anonieme platform mensen buiten de status-quo probeert te beschermen, en hopelijk onderdrukkende structuren meer zichtbaar zal maken. ArtGoss is niet het enige platform dat sociale media als potentieel middel ziet voor afwijzing en bescherming. Engagement Arts.BE, een platform dat in België ontstond en nu ook in Nederland opkomt, omschrijft hun activiteiten als “open ontmoetingen waar slachtoffers zich vrij kunnen voelen om te praten en te luisteren, werkend als een fluisternetwerk.” Ondanks dat beide alternatieven zeer verschillend zijn, richten ze zich allebei op één belangrijke strategie om de fundamenten van het probleem aan te pakken: ze hopen een veilige plek voor individuen te creëren om te spreken, door het belang van onderling vertrouwen te benadrukken. Terwijl ArtGoss vooral anoniem ongewenste reacties en gedragingen plaatst, heeft Engagement Arts als platform ook het doel om relaties en netwerken op te bouwen, zodat allianties en vertrouwen een plek kunnen krijgen in de branche.

 

Het lijkt duidelijk dat sociale media en online gemeenschappen cruciale elementen zoals steun, vertrouwen en zichtbaarheid bieden in deze strijd. Ze werpen licht op misdrijven die al veel te lang aan de gang waren en veel eerder hadden moeten worden genoemd, aangetoond en herkend. Omdat de stemmen van slachtoffers constant werden geweigerd, afgekapt en onderdrukt, hadden ze een nieuwe stem nodig, een nieuw platform, en in sociale media werd deze gevonden.

 

Om deze gebeurtenissen en gedragingen te voorkomen, zagen we vertrouwenspersonen opduiken in instellingen, hopend dat zij als poortwachters zouden fungeren voor ontoelaatbaar gedrag. Deze vertrouwenspersonen, zowel intern als extern van de instellingen, lijken ook een van de noodzakelijke elementen van ons slagveld te zijn. We moeten ons niet alleen veilig voelen om te spreken, om te delen, maar we moeten ons ook vergezeld en gesteund voelen. Ook al lijkt het wellicht alsof vertrouwenspersonen pas de laatste maanden opeens overal opduiken in onze sector, er zijn platforms die al langer dezelfde diensten bieden en aan deze problemen werken.

 

Mores.Online is een meldpunt voor ongewenste omgangsvormen waar sinds 2017 per mail en telefoon meldingen gemaakt kunnen worden. Mores.Online heeft zijn diensten toegespitst tot verschillende industrieën, waaronder podiumkunsten-, televisie- en filmsector, kunstvakonderwijs en musea, en verzamelde de afgelopen drie jaar meer dan 100 meldingen. Het doel dat ze nastreven is om te luisteren, te verzamelen, te handelen, en in gesprek te gaan met de agressor. Ze staan gedurende het hele proces aan de zijde van de overlevenden*: van het initiëren van een eenvoudig gesprek tot het indienen van een klacht bij de politie. Ze zijn niet alleen het luisterende oor, ze kunnen de dramatische gebeurtenissen ook vanaf het begin al voorkomen door zichzelf voor te stellen en een gesprek te bemiddelen tussen het slachtoffer en de misbruiker/onderdrukker. Dit soort ondersteuning helpt te voorkomen dat misbruikers überhaupt of opnieuw handelen. Zoals Mores.Online tijdens ons gesprek zei: “Je kunt er niet meer mee wegkomen, we hebben nu goede hoop dat zowel de slachtoffers als de misbruikers zich daar terdege van bewust zijn”. Door te spreken met deze platforms, begreep ik nog meer de relevantie en noodzaak van hun bestaan en het vergroten van hun bekendheid. Om ervoor te zorgen dat als mensen zich niet veilig voelen op hun eigen school of in hun dagelijkse omgeving, ze toch kunnen praten en ondersteuning kunnen krijgen vanuit een andere hoek.

 

Interessant genoeg benadrukten Bezemer & Schubad in het eind maart gepubliceerde rapport van KABK ook het belang van een vertrouwenspersoon op school, maar wezen ze er wel op dat wanneer deze intern aan de school verbonden is, de onderlinge afhankelijkheid in twijfel kan worden getrokken, wat het vertrouwen beperkt:

 

“Als iemand te maken krijgt met ongewenst gedrag, dan is het erg belangrijk dat er een veilige plek is om dit te melden. [..] Zij (de studentendecaan) is in feite verweven met de organisatie: ze is bevriend met collega’s en lijkt te weinig afstand te hebben om als effectief vertrouwenspersoon op te treden. Dit kan leiden tot twijfels over haar onafhankelijkheid, waardoor ze lang niet altijd wordt ingeschakeld in zaken die de betrokkenheid van de vertrouwenspersoon rechtvaardigen.”

 

Dit benadrukt dat we verantwoording voor het bewerkstelligen van verandering moeten blijven creëren, dat er poortwachters binnen en buiten de instellingen moeten worden geïmplementeerd, en dat we er over moeten blijven praten. Omdat zwijgen niet langer een optie is. In dit proces kan de ondersteuning van deze platforms ons moediger, brutaler en sterker maken.

 

Voor- en nazorg: het voorkomen van problemen door enkele bronnen aan te pakken

 

Tijdens een gesprek op de Rietveld Academie, georganiseerd door ons afdelingshoofd, bespraken studenten van het VAV departement, waaronder ikzelf, de relevantie van de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon. Er werd opgemerkt hoe laat deze pas onderdeel van het proces was geworden. Het implementeren van poortwachters is één ding, maar wat hadden we kunnen doen om deze gebeurtenissen überhaupt te voorkomen?

 

Terwijl ik de belangrijkste mogelijkheden en ondersteuningsstructuren met deze platforms besprak, bleven er specifieke vragen terugkomen. Als we een aantal structurele problemen kunnen aanwijzen die tot dit soort gedrag leidden, en dat nog steeds doen, hoe zouden we deze dan precies kunnen benoemen en tegen kunnen ingaan?

 

Tijdens het opsommen van enkele van de belangrijkste problemen die tot dit soort gedrag leiden, vermeldde ArtGoss hoe de onzekerheid op de banenmarkt het potentiële gevaar vergroot. “Het helpt niet bij het opbouwen van een gemeenschap.” We bespraken hoe de status van jonge werknemers hen ertoe kon brengen om ontoelaatbaar gedrag te accepteren, en hoe de onzekere financiële situatie in de sector niet aanmoedigde tot het steunen van elkaar. Alsof het hele systeem rondom kunstinstellingen is gemaakt om ons bang te maken. Om te voorkomen dat we ingrijpende maatregelen nemen. De kwestie van een onzeker bestaan, inherent aan de arbeidsvoorwaarden, kwam ook in de analyse van veel platforms aan de orde. Mores.Online zei dat als er inderdaad vormen van misbruik in bepaalde omgevingen zich op dezelfde manier voortdoen, er een bepaald patroon kan worden waargenomen in de creatieve industrie: het ontbreken van arbeidscontracten maakt de positie van mensen zwakker waardoor het voor hogere posities mogelijk wordt om misbruik te maken van de macht die ze hebben. In een dergelijke setting waar angst en ambiguïteit geen uitzondering zijn en grenzen niet duidelijk zijn gemarkeerd, is er meer ruimte voor onveranderlijke gebaren. Dezelfde analyse is terug te vinden in het rapport van KABK:

 

“De impact van tijdelijke contracten op docenten is meervoudig en moet niet worden onderschat. Het heeft invloed op de motivatie, het inspanningsniveau en de verkregen waardering van docenten, al moet er worden gezegd dat het effect van persoon tot persoon kan verschillen. [...] Docenten met een tijdelijk contract voelen zich in het algemeen niet veilig genoeg om kritiek te uiten vanuit de angst om hun tijdelijke, parttime, maar zeer gewaardeerde, baan te verliezen. Over hun tijdelijke contracten zijn docenten niet erg te spreken en het beïnvloedt ook de kwaliteit van het onderwijs op een niet te onderschatten manier. Daarom verdient dit probleem dringend de aandacht.”

 

Het probleem van een onzeker bestaan lijkt te weerklinken in vele andere feiten en fabels rond de persona van de kunstenaar die tot een leven van ellende en misbruik lijkt te zijn veroordeeld. Het is niet acceptabel om arm te zijn, en is dat nooit geweest. Het is niet goed om onbetaalde banen aan te nemen, en is dat nooit geweest. Het is geen onderdeel van de deal om je zo onzeker en daardoor gecontroleerd te voelen. Ellende mag geen kunstwerk zijn.

 

Om dit onderwerp uit te lichten en manieren te laten zien die tegengas bieden aan deze ideologieën, kwam ik uit bij de acties en het werk van Platform BK. Omdat hun platform ook constant probeert om een discours op te bouwen rondom zorg en eerlijke behandeling, stellen ze ook het idee van autonomie ter discussie en dringen ze in plaats daarvan aan op solidariteit tussen kunstenaars. “Met een neoliberale economie raken we nog meer gefragmenteerd. De waarheid is dat autonome kunstenaars vaak onzekere arbeiders zijn. De mythe van de geniale kunstenaar, van de bad boy of van degene die de regels niet zo nauw neemt, werkt alleen om de materiële realiteit van het onderbetaalde werk te verbergen.” Door te werken aan beleid, het publiceren van artikelen en kleine manifesten, probeert Platform.BK ideeën rondom de mythe van de kunstenaar te veranderen terwijl ze de waarde en kenmerken van het “bad boy genius” archetype in twijfel te trekken maar ook een halt toe roepen aan onbetaald werk omwille van zichtbaarheid. Als onzekerheid de vruchtbare grond is voor misbruik en druk, “moeten we beter worden in het weigeren van kwetsbaarheid.”

 

In ons gesprek benoemden we problemen waarvan wij dachten dat ze aan de basis van het probleem lagen, en bevroegen wat een “generatieprobleem” genoemd zou kunnen worden: het idee van de avant-garde en autonomie. Als een oudere generatie kunstenaars en docenten bepaald gedrag blijft tolereren, is het misschien tijd om weer eens die irritante vragen te stellen: hoe vrij moet kunst zijn? Naar wat voor soort mensen willen we opkijken als mentors, creatievelingen en leraren?

 

“‘Autonoom’, ‘authentiek’, en ‘avant-garde’ zijn waarden die sinds de Romantiek centraal staan in de kunsten. Ze maken deel uit van de opvatting van de kunstenaar als genie, als een onaangepaste, vervreemde, onbegrepen eenling. [...] Om te denken en te creëren trekken ze zich terug uit sociale en maatschappelijke gemeenschappen en verliezen ze het contact met de samenleving. [...] Hun ongepaste, onverenigbare gedrag wordt hen vergeven door kunstliefhebbers, galeriehouders, collega-kunstenaars en docenten, aangezien hun raadselachtige houding alleen maar bijdraagt aan de sublieme aureool die hun genialiteit uitstraal.” Fragment uit het KAKB-rapport.

 

Over de noodzaak om in te grijpen in onderwijsstructuren

 

 

Hoe zorgen we ervoor dat we sterk, verenigd en geaard blijven binnen een systeem dat gebouwd is op zwakke fundamenten, en waar budgetten voor de kunst en creatieve industrie steeds kleiner lijken te worden? Dat we tegenstand kunnen proberen te bieden, proberen te weigeren? Uit de ene na de andere discussie werd duidelijk dat saamhorigheid in denken, het opbouwen van vertrouwen en het gemeenschappen de pijlers waren voor deze veranderingen. In praktische zin betekende dit ook het maken van nieuw beleid en actief zijn in het onderwijs.

 

Als kunstinstellingen en onderwijs geen sterk standpunt innemen over deze kwesties, betekent dit dat ze hun studenten een ‘realiteit’ voorschotelen waarop ze ‘zich zouden moeten voorbereiden’. Dit houdt niet alleen in dat ze het eens zijn met de fundamenten van deze druk, maar ook dat ze deze blijven genereren. Tegenwoordig lijken kunstacademies een van de belangrijkste broedplaatsen te zijn voor denkers, makers, creatievelingen en kunstenaars van onze tijd. Als de mentaliteit die in deze ruimtes wordt gecreëerd ons niet beschermt tegen misbruikers, druk en onzekerheid, zullen ze een generatie van bange, onrustige, competitieve en misbruikte mensen voortbrengen die het ontoelaatbare accepteren en verteren.

 

Om deze zaken op de academie tegen te gaan en te voorkomen, zijn er beleid en workshops vereist. Engagement Arts BE is bijvoorbeeld al actief op scholen, waar ze verschillende gedragscodes presenteren en workshops opzetten voor specifieke groepen. Ze worden nu benaderd door instellingen vanwege hun expertise. Engagement Arts NL probeert snelle verlichting te bieden door per geval naar de situatie te kijken. Tegelijkertijd blijft Platform BK bezig met het omzetten van deze ervaringen in richtlijnen en ethische codes, het doordringen in beleid, vanuit de wens om structuren te transformeren en veilige omgevingen te bouwen.

 

Na deze vele zoom-discussies en een voortdurende gedachtewisseling, leek het me heel duidelijk dat grote en noodzakelijke initiatieven opgezet zijn en dat de toekomst van de Nederlandse kunstwereld op het punt stond om opnieuw te worden vormgegeven. Maar de belangrijkste vraag was nu: hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze beschermende en aanvallende acties blijven bestaan? Zoals voor alle andere organisaties geldt dat als ze niet worden ondersteund, of alleen worden gedragen door vrijwilligers, het na verloop van tijd moeilijk wordt om ervoor te zorgen dat ze blijven bestaan. Het is noodzakelijk om private en publieke fondsen te krijgen voor het bestaan van deze ruimtes, voor mensen om daar te werken, maar ook om de overlevenden te beschermen en terug te geven wat verloren ging. Het is noodzakelijk dat deze platforms ook hulp en geld krijgen van de overheid, zodat ze niet alleen kunnen blijven bestaan maar ook niet gemarginaliseerd blijven. Erkenning van en financiering door hogere instituten en fondsen zou ook betekenen dat ze kunnen profiteren van politieke steun, wat hun legitimiteit vergroot.

 

Activisme mag niet onzeker en overwerkt zijn, activisme moet welvarend en voortdurend zijn. Om terug te kunnen vechten, hebben deze platforms meer fondsen en hulp nodig in plaats van nog meer barrières en bezuinigingen. Wanneer regeringen en andere instanties bezuinigen op kunstbudgetten, devalueren ze niet alleen ons werk als kunstenaars, beperken ze niet alleen onze mogelijkheden om onszelf te beschermen en grotere veranderingen teweeg te brengen; ze maken ook de creatieve en kunstzinnige wereld een gevaarlijkere plek om je in te bevinden.

Op het moment dat ik dit artikel afrond, worden er beleidsregels en rapporten gepubliceerd over scholen en instellingen. Op de Gerrit Rietveld Academie verlaten mentoren eindelijk de school vanwege hun wangedrag.

 

Op mijn afdeling worden petities ondertekend om een aantal andere leraren te laten blijven, waardoor de vervaldatum van hun onzekere contract wordt vermeden. Er waait een nieuwe wind die hoop, eerlijkheid en gerechtigheid met zich mee brengt. Terwijl we nog wachten tot de instellingen zichzelf veranderen en vernieuwen, kunnen we en getuigen van onze ervaringen en die observeren met behulp van deze platforms. Misbruikers benoemen is nu een overlevingsstrategie. We zullen niet zwijgen. We moeten ons allemaal verenigen, voor onze eigen veiligheid en voor de veiligheid van degenen die na ons komen. Door deze verbintenis zullen we saamhorigheid, zorg en kracht dragen. We zullen oproepen, samenkomen, afschrijven en vechten voor onze veiligheid, en tegelijkertijd voor eerlijke en bloeiende manieren van werken. Stilte is en blijft verbroken.

 

*In de originele versie wordt geschreven over ‘survivors’ als tegenhanger tegen het passievere ‘victims’ (slachtoffers). De redactie heeft ‘survivors’ vertaald als ‘overlevenden’. Hoewel we ons ervan bewust zijn dat deze Nederlandse term bij lezers andere connotaties zou kunnen oproepen en er wellicht een andere of meer passende vertaling bestaat, leek ‘overlevenden’ ons op dit moment de beste term.

---

 

New mores, what now?

 

Earthquakes should not only scare us, but they should also bring awareness to our field and remind us to better prevent weak foundations from trembling again.

 

A few months after Julian Andeweg's mediatic storm and the waves of denunciations, a semblance of inactivity, perhaps paralysis and waiting lurked above the dutch art cloud. This cyclone of news and discoveries about sexual abuse and abuse of power in the art world tormented its landscape. While investigations on the artist, the places he attended and his supporters had just started, we could find on the other side of the battlefield, employees, alumni, and connoisseurs of these places starting to ally together. Once the tempest passed, numerous of us were waiting and observing how these events and discussions would evolve, questioning if these dramatic testimonials could lead to any possible change in the art world. As we waited for the institutions to react, to act, and change, different associations and platforms simultaneously tried to take hold of the problem.

 

In regards to the waves of events, discussions and articles published, many questions arose: how will these changes be implemented? How will they be seen? How to make sure that these denunciations not only scare the potential abusers, but also, raise consciousness over an industry which is as polluted as many others? In my institution, the Gerrit Rietveld Academy, I sadly observed little to no on-going discussions and no tangible proof of transformative decisions. Nevertheless, I sensed a wind of digital activism and online manifestations, and although we were physically limited, we still carried the urgency to implement radical changes.

 

While hoping to draw attention to this matter and to oversee which actions were being taken, I decided to investigate which were the platforms and groups trying to change and shake the creative world, institutions and industries, organizing discussions or creating policies for radical change, specifically in the Netherlands. In this process, Art.Goss, Platform BK, Mores.Online as well as Engagement Arts NL and Engagement Arts BE graciously offered me their time in order to elucidate the structural changes and the strategies put in place in order to overcome these abuses, to help, but also, to prevent them from happening in the future. As I entered each of these discussions, I had one main question : What is there to be done for these things to realistically change? For these forms of oppression and abuse not to be tolerated ? To quote Silvia Gardini in her lecture “Despite Allegations'', What will be the structural ingredients needed, the obligations from the institutions for these events not to happen again?

 

The era of social media and call-out culture offer room for anonymity and transparency, as well as the possibility to denounce terrible behaviors through limiting the fears of consequences for the victims. If this culture seems to simultaneously question the freedom of speech and the fragility of status-quo, it nevertheless enables us to share, pin-point, and collectively act against individuals or institutions on topics which could not be addressed or heard in any other way. For the oppressed and the abused, call-out culture seems to give access to a new form of justice, a battle with invisible weapons. This strategy now enables us to spread informations through public vitrines, hoping to dismantle power abuses, and to do so without guilt, without fear, because, as Alina Lupu writes in the article Archiving Paradigms, “certain things are non-negotiable”. Because being harassed by a colleague isn’t fine. To feel pressured mentally or physically by a teacher isn’t acceptable. To be abused by another student either. To feel incapable to share and protect, and to feel unsafe in our environments is depriving us from our most fundamental rights. The art world is a dangerous and a worrying place to be in. We have to take more radical action, and this without negotiations.

 

But what are the new pillars being built that will transition us into a safe art world with more solid foundations?

 

Gossiping and online sharing : digital and public strategies as ways to protect

 

ArtGoss, an instagram account runned by two women, works with similar principles. I had the chance to talk with one of them. “Gossip as a way to fight back. Gossip as a way to protect”. For the runner of the account, this strategy is one way to keep each other safe : “It is a new form of social practice”. As we speak through our Zoom screen, she explains to me how the anonymous platform attempts to protect people outside the status-quo, and hopefully make oppressive structures known. ArtGoss isn’t the only platform who sees the potential of social media as a means to denunciate and protect. Engagement Arts.BE, a platform initiated in Belgium firstly and now emerging in Holland, also describes its activities as “open meetings where victims can feel free to talk and listen, working as a whispering network”. Both these alternatives, although very different, focus on one major strategy in order to deal with the fundamentals of the problem : they hope to create a safe place for individuals to speak, while emphasizing the importance of trust between each other. While ArtGoss mainly pinpoints undesirable reactions and behaviors while publishing anonymously, the platform of Engagement Arts also aims to build relationships and networks for alliances and trust to start forming in the industry.

 

It seems clear that social media and online communities offer crucial elements for this movement and battle as they provide support, trust and visibility. They shed light on crimes that had to be mentioned, demonstrated and recognizable and which had been going on for way too long. Because this entire time they were denied, shut down, suppressed, they needed a new voice, a new platform and social media gave us one.

 

To prevent these events and behaviors from happening, we saw the figure of the “confidents” emerging in institutions, hopefully acting as gate-keepers for intolerable behaviors. These figures, either internal or external to the institutions, seem to also be one of the necessary components of our battlefield. Not only should we feel safe to speak, safe to share, but we should also feel accompanied and supported. If the “confidents” positions seem to have quickly emerged in our surroundings these past months, some platforms, dedicated to the same services, have been existing and working on this issue for a little longer.

 

Mores.Online, a point for calls/emails for undesirable behaviors which emerged in 2017. Mores.Online has dedicated their services to many different environments, including TV/ART/STAGE and collected more than 100 reports over the last 3 years. Their goal is to listen, collect, act, and enter a conversation with the aggressor. They stay at the side of the survivors during the entire process, from initiating a simple discussion to filing a complaint with the police. They are not only an ear which listens to what has dramatically happened, they can also help prevent it from the very beginning by introducing themselves and mediating a discussion between the victim and the predator/oppressor. These types of support help to prevent the abusers from acting at all, or acting again. As Mores.Online mentioned in our discussion “You can’t get away with it anymore, and we feel now hopeful that the victims as well as the abusers are very much aware of that”. As I spoke with these platforms I understood even more the relevance and necessity of their presence, and mainly, to make them known. To make sure that if individuals can’t feel safe in their own school, in their everyday environment, they still can talk and get support from other places.

 

Interestingly enough, in the report of KAKB published in late March, Bezemer & Schubad also emphasized the importance of the presence of a confident in the school, while underlying that when these confidents are internal to the school, their interdependence can be questioned and therefore, trust is limited:

 

“If one does encounter unwanted behaviour, it is very important that there be a safe place to report this. [...] She (the student counselor) is, in effect, intertwined with the organisation: she is friends with her colleagues and seems to have too little distance to serve as an effective confidential advisor. This could lead to doubts about her independence, which means that she is by no means always called upon in cases that warrant the involvement of the confidential advisor.”

 

This information reminds us that we need to keep on creating accountability for making changes, implement gatekeepers within and outside the institutions and keep on spreading the word. Because being silent isn’t an option anymore. In this process, the support of these platforms can make us braver, bolder, stronger.

 

Before and after-care: preventing by targeting some of the sources of the issue

 

At a round table in the Rietveld Academy organized by our head of department, students of the VAV department, myself included, discussed the relevance of the confident presence, and noticed how late they came into this process. It is one thing to implement gate-keepers, but what could we have done in order to prevent these events from happening in the first place? While I was discussing the main possibilities and support structures with these platforms, specific questions kept on coming back. If we could pinpoint some structural issues which, in the past, and still now, led to these behaviors, how could we precisely name and counteract them?

 

While enumerating some of the main issues leading to these types of behaviors, ArtGoss mentioned how the precarity of the employment is enhancing a potential danger. “It does not help with community building”. We discussed how the status of young employees could lead them to accept intolerable behaviors and how this precarious financial organization was not encouraging support in between them. As if the entire system built around art institutions was made to scare us and prevent us from initiating any drastic change. The issue with precarity, or so to say, the conditions of employment also came into the analysis of many other platforms. Mores.Online mentioned that, if indeed, forms of abuse look similar in a lot of environments, a certain pattern could be observed in creative industries : the absence of labor contracts makes people’s position weaker and therefore, allows from higher stands uses of absolute powers. In such a setting of fear, ambiguity and while moving around borders which are not that sharp, there is more room for unalterable gestures. The same analysis can be found in the report from KABK:

 

“The impact of lecturers on temporary contracts should not be underestimated and is multifaceted, affecting lecturers’ motivation, effort levels and perceived appreciation, although it must also be noted that these effects differ from one individual to another.[...] Lecturers on temporary contracts generally do not feel safe enough to voice criticism for fear of losing their temporary, part-time, but often highly appreciated contract.[...] Temporary contracts are disliked by the employees involved and affect the quality of education in a way that must not be underestimated. As such, this issue warrants urgent attention.”

 

The issue with precarity seems to echo with many other facts and myths around the artist's persona and which seems to doom them into a life of misery and abuse. It is not and has never been okay to be poor. It is not and has never been fine to accept unpaid jobs. It is not part of the deal to feel so uncertain, and therefore, so controlled. Misery should not be a work of art.

 

To enlighten this subject and illustrate the ways to counteract these ideologies, Platform BK’s practices and actions came into light. As their platform constantly tries to build discourse on care and fair practices, they also question the idea of autonomy and push for a narrative of solidarity among artists instead. “With a neoliberal economy, we become even more fragmented. The truth is, autonomous artists are very often precarious workers. The myth of the genius artist, or the bad boy, or the transgressive one only function to hide the material reality of underpaid work.” By working on writing policies, publishing articles and small manifestos, they aim to change ideas around the myth of the artist, while questioning the value and characteristics of the “bad boy genius archetype” but also suppress unpaid artistic practices for the sake of visibility. If precarity is the fertile ground for abuses and pressure, “We have to get better at refusing vulnerability.”

 

Throughout our discussion, we named some of the issues we thought were at the root of the problem, questioning as well what could be named as a “generational issue” : the idea of the avant garde and autonomy. If an older generation of artists and teachers seem to remain and tolerate such behaviors and attitudes, maybe it’s time to ask those annoying questions again : How free should art be? What types of human beings do we want to look up to as mentors, creatives and teachers?

 

“'Autonomous,' 'authentic,' and’ ‘avant-garde' are values that have been central to arts since the Romantic era. They are part and parcel of the conception of the artist as a genius, as a maladjusted, alienated, misunderstood loner.[...] In order to think and create, they withdraw from social and societal platitudes and lose touch with society. [...] Their maladjusted, incongruous behaviour is forgiven by art aficionados, gallery owners, fellow artists and lecturers alike, as their enigmatic posturing only adds to the sublime halo that radiates from their genius.” Extract from KAKB report.

 

On the necessity of intervening in educational structures

 

 

Within a system which seems to be built on such weak and spiky foundations, a state where budgets for art and creatives seem to be ever more reduced, how do we make sure to stay strong, stay united and grounded as we try to oppose, as we try to refuse? From one discussion to another, it seemed clear that bringing togertheness into thinking, building trust and communities were the pillars for these changes. Practically speaking, this also meant making new policies and being active in educational settings.

 

If art institutions and education do not take a strong stand on these issues, it means that they offer their students to see and observe a “reality” of the world which “they should get prepared for”. This not only means that they agree with the fundamentals of these pressures, but also that they keep on generating them. Today, art schools seem to be now one the main generators for thinkers, makers, creatives and artists of our time. If the mindset produced in these spaces does not protect us from abusers, pressure, and precarity, they will produce a generation of scared, troubled, competitive and abused people who accepted and digested the intolerable.

 

To counteract and prevent these things from happening in the academy, policies and workshops in academies are required. Engagement Arts BE, for example, is already active in schools, presenting different codes of conducts and working around educational groups where they initiate workshops. They now get approached by institutions for their expertise. Engagement Arts NL, which is more recent, is searching for first aid options, by looking at case by case situations. Simultaneously, Platform BK remains busy translating these experiences into guidelines and ethic codes, pushing into policy, wishing to transform structures and build safe environments.

 

After these many discussions and an on-going exchange of thoughts, it seemed very clear to me that great and needed initiatives were taken and that the future and prosperity of the Dutch art world was about to be reconfigured. But the main question now was, how will we make sure that these protective and defensive practices remain? As for any other organizations, if they remain unsupported, or only generated by volunteers, it will become difficult through time to make sure that they keep on acting. It is then a requirement to get private and public fundings for these spaces to exist, for people to work there, but also to protect and give back to the survivors. It is a necessity that these platforms also get help and funds from the government, so not only they can remain but also, they do not stay marginalized. To be acknowledged and funded by higher stands and funds would also mean that they benefit from political support which would demonstrate backing and validation.

 

Activism should not be precarious, overworked, Activism should be prosperous and on-going. To be able to fight back, these platforms need more fundings and help, instead of more barriers and cuts. When the governments and other instances limit the budgets for art, they not only downgrade our practices, they not only limit our capacities to protect ourselves and our actions for greater changes ; they also make the creative and artistic world an even more dangerous place to be in.

 

As I’m finishing this article, policies and reports are being published about schools and institutions. In the Gerrit Rietveld Academy, mentors are finally leaving the school due to their misbehavior. In my department, petitions are being signed for some other teachers to stay, eventually avoiding the peremption date of their precarious contract. A new wind blows, transporting hopes of fairness and justice. While we still wait for the institutions to change and to renew themselves, we can positively observe and testify our experiences with the help of these platforms. To call-out abusers is now a survival strategy and practice. We won’t be silent. It is required for all of us to unite in this, for our own safety, and for the safety of the ones who will come after us. Through this union, we shall carry togetherness, care and strength. We will call-out, assemble, cancel and fight for our safety and simultaneously, for fair and prosperous practices. Silence is, and will remain broken.