15 voorstellen om de ongelijkheid terug te dringen

15-04-2020

Voorstel 1

De sturing van technologische veranderingen zou een expliciet aandachtspunt voor beleidsmakers moeten zijn, met als doel innovaties te stimuleren die de inzetbaarheid van personeel verhogen en de menselijke dimensie van dienstverlening benadrukken. (hoofdstuk 4 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 2

Het overheidsbeleid moet zich richten op een goede machtsbalans tussen alle belanghebbenden. Daartoe moet er (a) een expliciete dimensie betreffende de verdeling worden geïntroduceerd in het mededingingsbeleid; (b) een wettelijk kader worden geschapen waardoor vakbonden onder gelijke voorwaarden werknemers kunnen vertegenwoordigen; en (c) waar zoiets nog niet bestaat, een sociaaleconomische raad worden opgericht waarin de sociale partners en andere non-gouvernementele organisaties vertegenwoordigd zijn. (hoofdstuk 4 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 3

De overheid moet een expliciet doel stellen voor het voorkomen en terugdringen van werkloosheid en moet deze ambitie ondersteunen door te zorgen voor gegarandeerde overheidsbanen tegen het minimumloon voor degenen die daar behoefte aan hebben. (hoofdstuk 5 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 4

Er moet een nationaal inkomensbeleid komen, bestaande uit twee elementen: een wettelijk minimumloon op een leefbaar niveau, en een gedragscode voor loon boven het minimum, overeen te komen in het kader van een ‘nationale discussie’ waarbij de nationale sociaal-economische raad betrokken is. (hoofdstuk 5 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 5

De regering moet via nationale spaarobligaties een gegarandeerde positieve reële rente aanbieden op spaargeld, met een maximuminleg per persoon. (hoofdstuk 6 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 6

Er moet een kapitaalschenking komen (een minimumerfenis) die aan iedereen wordt uitbetaald bij het bereiken van de meerderjarige leeftijd. (hoofdstuk 6 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 7

Er moet een staatsinvesteringsautoriteit in het leven worden geroepen die een overheidsfonds beheert met het doel de nettowaarde van de publieke sector te verhogen door te beleggen in bedrijven en vastgoed. (hoofdstuk 6 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 8

We moeten terug naar een progressievere tariefstructuur voor de persoonlijke inkomstenbelasting, met marginale belastingtarieven die met oplopende inkomenscategorieën geleidelijk oplopen naar een topniveau van 65 procent, in combinatie met een verbreding van de heffingsgrondslag. (hoofdstuk 7 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 9

De overheid moet in de persoonlijke inkomstenbelasting een Earned Income Discount (inkomensafhankelijke heffingskorting) invoeren, beperkt tot de onderste inkomstenschaal. (hoofdstuk 7 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 10

De ontvangst van een erfenis of schenking onder levenden zou moeten worden belast onder een progressieve levenslange belasting op kapitaalinkomen. (hoofdstuk 7 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 11

Er zou een proportionele of progressieve onroerendezaakbelasting moeten komen op basis van up-to-date gehouden taxatiewaarden. (hoofdstuk 7 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 12

Kinderbijslag moet in ruime mate worden uitgekeerd voor alle kinderen, en belast als inkomsten. (hoofdstuk 8 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 13

Op nationaal niveau zou een participatie-inkomen moeten worden ingesteld als aanvulling op de bestaande sociale zekerheid en met vooruitzicht op een EU-breed basiskinderinkomen. (hoofdstuk 8 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 14

Er moet een vernieuwing in de sociale verzekeringen plaatsvinden waarbij het niveau én de dekking van de uitkeringen worden verhoogd. (hoofdstuk 8 van Ongelijkheid)

 

Voorstel 15

Rijke landen behoren het streefcijfer voor hun nationale ontwikkelingshulp op te voeren tot 1 procent van hun bruto nationaal inkomen. (hoofdstuk 8 van Ongelijkheid)

 

Naast deze voorstellen heb ik enkele ideeën genoemd die de moeite van verder overdenken waard zijn:
- Idee om op door te gaan: een ingrijpende herziening van de toegang van huishoudens tot de kredietmarkt voor leningen die niet gedekt worden door een woning.

- Idee om op door te gaan: onderzoek of een ‘op de inkomstenbelasting gebaseerde’ benadering van de premies voor private pensioenen zinvol zou zijn, op de wijze van de huidige ‘speciale spaarregelingen’, waarmee de belastingheffing naar voren zou worden geschoven.

- Idee om op door te gaan: onderzoek opnieuw of het mogelijk is een jaarlijkse vermogensbelasting in te voeren en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om zo’n belasting met succes te introduceren.

- Idee om op door te gaan: een wereldwijd belastingregime voor persoonlijke belastingbetalers, gebaseerd op het totale vermogen, en een minimumbelasting voor vennootschappen.

 

Hiermee heb ik een actieprogramma voorgelegd. Is het een pakket? Niet in de zin dat je alle voorstellen zou afwijzen als je enkele elementen onwenselijk of onhaalbaar vindt. Maar in twee opzichten wel. In de eerste plaats hangen ze onderling samen. Sommige maatregelen zullen beter werken als ze worden gecombineerd met andere onderdelen van het programma. Het belasten van uitkeringen werkt doelgerichter als het samengaat met een tarievenstructuur voor de inkomstenbelasting waarin de marginale belastingtarieven gelijkmatig stijgen met het inkomen, zoals hier is voorgesteld. Het werk van de in voorstel 4 genoemde sociaal- economische raad wordt vergemakkelijkt als de wettelijke positie van vakbonden wordt versterkt (voorstel 2). In de tweede plaats moeten we uitkomen voor onze onwetendheid. Hoewel we weliswaar een vrij goed idee hebben van de mechanismen die tot groeiende ongelijkheid hebben geleid, zijn we verre van zeker van de bijdrage van elk daarvan. Als we vooruitgang willen boeken, kunnen we dus niet gokken op één enkele benadering.

 

Sommige mensen zullen toch zeggen dat het ‘onhaalbaar’ is, of ‘onbetaalbaar’.